Weer een nieuwe editie van De Scheepsberichten. De tijd lijkt steeds sneller te gaan. Voor mijn gevoel is het nog maar even geleden dat ik een artikel schreef voor de vorige Scheepsberichten.

De zomer is voorbij. Het voelde als een slechte zomer, maar de temperatuur was toch heel gemiddeld. De temperatuur lag gemiddeld zelfs 0,2 graden hoger, dat is vooral te danken aan de warme dagen in juni. Het was de warmste juni maand sinds het begin van de metingen in 1901.



Aan regenwater deze zomer geen gebrek. Zelfs zo dat juli vooral in het teken stond van wateroverlast. In Zuid-Limburg werd zelfs code rood afgegeven. Op verschillende plaatsen in die regio viel er in drie dagen tijd meer dan 100 mm regen, terwijl er normaal in de zomer 224 mm neerslag valt. De impact, overlast en schade van de overstroming was groot in dat gebied. Maar ook in het noordoosten was er in juli wateroverlast. Lokaal viel daar 50 mm regen.

De herfst dient zich al aan. Op het moment dat ik dit schrijf kun je nog genieten van de hei die volop in bloei staat. Een prachtige paarse deken lijkt het wel. Maar je ruikt al weer de herfstgeuren en hier en daar prijkt zelfs een paddenstoel.


Corona is op z’n retour. Veel mensen zijn gevaccineerd, de beperkende maatregelen worden steeds meer versoepeld. Ook voor de bewoners van De Driemaster. De duo-fiets brigade trekt er weer regelmatig met een bewoner op uit. Maar uitstapjes met bewoners, zoals voorgaande jaren, zijn er jammer genoeg niet geweest.

Eind augustus werden de bewoners altijd getrakteerd op een barbecue. Besloten is van die traditie af te stappen en in plaats daarvan in november een gourmetavond met hen te houden.

In de zomermaanden wordt er niet vergaderd. Op 15 september komen we weer bij elkaar. Eén van de punten die dan aan de orde komen, is de invulling van de vacature van voorzitter in ons bestuur. Ik hoop dat iemand bereid is die functie op zich te nemen, zodat ons bestuur binnenkort weer compleet is. In de volgende Scheepsberichten zal ik u over deze vergadering berichten.

 

Zoals ik u in de vorige Scheepsberichten heb verteld, ben ik weidevogelbeschermer in en rond Zwiggelte. In ons gebied zien we zo nu en dan een koppeltje patrijzen. Uit mijn jeugdjaren op de boerderij herinner ik mij veel patrijzen op en rond de akkers. Tot ongeveer 1975 was de patrijs een vrij gewone vogel van het boerenland. Sindsdien zijn de aantallen sterk afgenomen. De patrijs is in grote delen van Nederland een bijzonderheid geworden.

 

Om de teruggang van het aantal patrijzen tegen te gaan, worden hier en daar keverbanken aangelegd. Keverbanken zijn stroken land die 40-50 cm hoger worden gemaakt dan de omliggende akker. Zo’n verhoogde strook van drie meter breed, en zo lang mogelijk, wordt ingezaaid met een gras- en kruidenmengsel. Dat voorziet insecten, zoals loopkevers, van een prima leefgebied. En het biedt patrijzen van voedsel én een veilige broedplek in het akkerland: een plek die niet met machines wordt bewerkt een het hele jaar dekking biedt. Dat hebben de patrijzen, die het erg moeilijk hebben en nauwelijks kunnen overleven, hard nodig. Maar ook andere soorten vogels, zoogdieren, reptielen en insecten weten deze plek te vinden.

Wist u dat wij in Smilde ook een keverbank hebben? Op het land van Maatschap Drenthen aan de Kymelswijk is zo’n keverbank aangelegd. Op donderdag 24 juni is die keverbank en het daarbij behorende informatiebord, officieel geopend. U moet er maar eens gaan kijken. Erg interessant en een mooi initiatief om de patrijzenstand te vergroten. Ook bloemrijke akkers en akkerranden zorgen voor een biodiversiteit die goed is voor diverse soorten vogels, insecten en andere dieren. In één van de nog komende Scheepsberichten zal ik daarover wat meer vertellen.

Dit is het voor deze keer. Als bestuur wensen wij onze bewoners en alle lezers een mooie nazomer en een goede herfst.

Een hartelijke groet, mede namens Fenny, Anneke en Ingrid.

Henk Pranger.